Noodplanning: de opdrachten en rollen van burgemeesters en gouverneurs bijgewerkt (27 juni 2019)

Veiligheid
Noodplanning

Het koninklijk besluit dat geldt als kader voor het optreden van de gouverneurs en burgemeesters in crisisbeheer, is bijgewerkt en aangepast aan de realiteit op het terrein. Het Nationaal Crisiscentrum (NCCN) en alle betrokken actoren hebben een proces doorlopen om in dit nieuw wettelijk kader alle rollen uit te werken en op elkaar af te stemmen.

tekening vergadering illustratie

De afgelopen jaren is België niet gespaard gebleven van noodsituaties.  De minister van Binnenlandse Zaken, de gouverneurs en de burgemeesters van ons land hebben complexe, hartverscheurende en delicate noodsituaties beheerd.  Dankzij goede praktijken en op regelmatige basis georganiseerde oefeningen evolueerden de noodplanning en het crisisbeheer sterk naar een verhoogde professionalisering van alle actoren die betrokken zijn bij de veiligheid van de bevolking.

Een wettelijk kader bijgewerkt door en voor de lokale actoren

Het crisisbeheer op lokaal niveau wordt in België geregeld door een koninklijk besluit van 2006.  Na tien jaar is een bijwerking van dit wettelijk kader noodzakelijk gebleken.  Gedurende 3 jaar zijn er workshops en overlegvergaderingen georganiseerd met een breed spectrum van betrokken actoren.   Op basis van hun aanbevelingen en de verbeterpistes aangeleverd door de parlementaire onderzoekscommissie in het kader van de aanslagen van 22 maart 2016, heeft het NCCN dit wettelijk kader bijgewerkt. Het koninklijk besluit van 22 mei 2019 is gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 27 juni 2019. 

«Veiligheid is een kerntaak van elke overheid. Met dit nieuwe wettelijke kader zetten we een enorme stap vooruit in de verdere professionalisering van alle betrokken actoren. Hierbij is een zeer belangrijke rol weggelegd voor de burgemeesters en gouverneurs, en ligt de focus op voorbereiding, preventie en samenwerking. Een sterke wisselwerking met het delen van ervaringen tussen alle niveaus, van het lokale tot en met het internationale, is immers de sleutel tot succes!»

Pieter De Crem, Minister van Binnenlandse Zaken en Veiligheid

Bart Raeymaekers, Directeur-generaal van het NCCN: «Het was voor ons van cruciaal belang om vanaf het begin de terreinactoren te betrekken.  Provinciale en gemeentelijke noodplanningscoördinatoren, brandweer, politie of urgentieartsen hebben in alle fasen van het opstellen van dit koninklijk besluit meegewerkt aan de bijwerking van dit wettelijk kader.  Wij streven ernaar tot een reglementering te komen die is uitgewerkt door en voor deze lokale en operationele actoren in het licht van hun huidige werkwijze.»

Deze bijwerking van het lokale crisisbeheer berust op een filosofie die reeds lang alom wordt uitgedragen.  Dat zal de implementatie ervan heel wat vergemakkelijken. In de komende maanden zullen er informatiesessies worden georganiseerd voor alle lokale actoren over de verschillende cruciale aspecten van dit nieuw wettelijk kader voor hun optreden bij crisis.

Professionalisering van het crisisbeheer in België

Leen Depuydt, Directeur Noodplanning van het NCCN: «De afgelopen jaren hebben de Belgische overheden en diensten de inzichten en operationele procedures inzake risico-identificatie en -analyse, alsook noodplanning, crisisbeheer en crisiscommunicatie sterk doen evolueren.  Uit dit besluit blijkt de professionalisering waarmee die aangelegenheid wordt behandeld door alle nationale, provinciale en gemeentelijke actoren.  Ik wil hen bedanken en hierbij ook de aandacht vestigen op het werk dat zij dagelijks achter de schermen leveren.»

Bepaalde cruciale aspecten moeten onder de aandacht worden gebracht:

Van operationale tot beleidsmatige actor: toelichtingen en professionalisering

De rol van de gouverneurs en burgemeesters, die verantwoordelijk zijn voor de noodplanning en het crisisbeheer op hun grondgebied, is toegelicht. Op basis van goede praktijken en opgedane ervaringen werden de opdrachten van de operationele actoren (op het terrein) en de strategische actoren (in crisiscel) opnieuw gedefinieerd.

Vanaf 1 januari 2020 zal een specifiek bekwaamheidsattest overigens voortaan verplicht zijn om de rol van Directeur van de Commandopost Operaties (Dir-PC-Ops) te kunnen opnemen.

Onderlinge hulp en synergie voor een optimaal beheer

De samenwerking tussen gemeenten - ook al is zij al in voege in verschillende voorbeeldgemeenten - wordt vanaf nu verfijnd om bijvoorbeeld een risico waardoor het grondgebied van verschillende gemeenten wordt getroffen, gezamenlijk voor te bereiden of om bepaalde noodsituaties gezamenlijk te beheren.   Er kan eveneens strategische ondersteuning en zelfs operationele versterking komen van de provinciale of federale niveaus.  Crisisbeheersing vereist samenwerking op alle niveaus, zowel multidisciplinair als interdepartementaal.  De nieuwe wettekst bevordert en faciliteert een gezamenlijke aanpak in het belang van ieders veiligheid.

Zeg niet langer "Noodplanningsambtenaar" maar "Noodplanningscoördinator"

De verandering is niet louter cosmetisch.Elke gemeente beschikt over een verantwoordelijke voor de noodplanning.Zijn taken gaan verder dan het louter opstellen van noodplannen.Hij (of zij) is de drijvende kracht achter de risicocyclus op lokaal niveau.Hij ziet toe op de risicoanalyse op het gemeentelijk grondgebied, de verhouding tussen de lokale actoren, de opstelling van de noodplannen of ondersteunt de burgemeester bij reële noodsituaties.Het nieuwe besluit herbevestigt zijn cruciale rol.In sommige gemeenten kon deze functie voltijds door een medewerker worden ingevuld.Vanaf nu kunnen verschillende gemeenten onderling samenwerken door éénzelfde noodplanningscoördinator te delen die voltijds zal optreden om zodoende een betere expertise ter zake te waarborgen.

Geharmoniseerde en geteste plannen: Eén oefening per jaar voor een verhoogde operationalisering

Via het nationaal veiligheidsportaal zullen de noodplannen operationeler worden:ze zullen op dynamische wijze kunnen worden uitgewerkt met name volgens een model dat erin zal worden opgenomen met als doel alle gemeentelijke en provinciale plannen op elkaar af te stemmen.Om toe te zien op hun operationalisering verplicht het KB elke lokale overheid om minstens één keer per jaar multidisciplinaire oefeningen te organiseren.Die oefeningen moeten worden geëvalueerd en de noodplanning moet worden aangepast overeenkomstig de getrokken conclusies.

Crisisbeheer na de kritieke fase

De rol van de overheden in de nazorgfase is toegelicht.  In dat kader moeten zij, binnen de grenzen van hun bevoegdheid, waken over de coherentie van het globale herstelbeleid op hun grondgebied.   Zij zien met name toe op de opvolging van de acties ondernomen door de andere overheden en diensten en op hun onderlinge verhouding.

 

Links: 

Koninklijk besluit van 22 mei 2019 betreffende de lokale noodplanning